Deken Fritsenstraat deel 1

 

Het gedeelte van de Deken Fritsenstraat bij de Driesprong na de restauratie omstreeks 1980. De situatie nu:
vlnr. Supervlaai, Pizza Grillhouse Jaffa, Textielsuper Zeeman en café September.


Op deze pagina o.a.: granaat in huiskamer...verstopt vrachtwagentje...sparen mi plèkzegels ... harrie de snèijer...tabak op het slagveldje...met de motor op de lambertus...vlees en bier bij piet van lier...skon skool... Lourdesfilm...        

                                                        Houten been

Driesprong 1910, nu begin Deken Fritsenstraat: Links het huis van Fam. van Beek.(nu
vlaaienwinkel, shoarmazaak en kledingwinkel).

E
ind veertiger jaren bestond de naam Deken Fritsen-straat nog niet. Het eerste gedeelte van de kruising met de Dorpsstraat tot aan het einde van de Driesprong behoorde bij de  Dorpsstraat. Vanaf daar tot aan de Griek was het de Kerkenhoek en daarna heette het allemaal  de Krommenhoek.
Vanaf de twintiger jaren waren in het eerste gedeelte, van de Dorpsstraat  tot aan de Griek, altijd veel winkels en bedrijven gevestigd. Het eerste huis op de hoek met de Dorpsstraat was in de twintiger jaren een verbouwde boerderij waarin de statige familie van Beek huisde. Henriette van Beek en verhuurde het begin dertiger jaren aan Dorus van den Brand de chef van het  Rusmolles spoorwegstation. Hij overleed tijdens een H. Mis in de Lambertuskerk. Dorus had een opvallende houtprothese. In feite een rechte paal. Hij kon er in ieder geval goed mee uit de voeten want tijdens samenzang bij gezellige feestjes in kroeg of huis stampte hij er de maat mee op de houten vloeren. Na het overlijden van Van den Brand kwamen er twee nieuwe huurders in: Bertus van de Westen en Jan Verstegen. Zij splitsten de woonboerderij  in tweeën door er dwars doorheen een muur in te bouwen. Bertus kwam in het woongedeelte links en Jan Verstegen in het koetshuis rechts. De huur bedroeg 5,-gulden per week elk.

                                                  
Dorus v d Brand. Opvallend is zijn houten beenprothese.

                                                Gloeiende blindganger
                                                                                                                            
    Bertus van de Westen   was geboren in Raamsdonk, en getrouwd met de Rusmolles Hanneke Voets.
Zij woonden voordat ze in 1934 hier naar toe verhuisde in de Korte Venstraat naast d'n Tjéh (Toon van Uden). (Nu heeft Henk-Jan Pennings daar een makelaardij). Bertus had daar een schoenmakerijtje en was daarnaast
   verzekeringsagent.
Zijn halfbroer Driekske van den Wassenberg had in het Bont Pèrdje ook een schoen-makerij. Toen die in 1934 plotseling overleed nam Bertus zijn klantenbestand over en stopte met de verzekeringen. In 1941 stierf zijn vrouw Hanneke en  Bertus bleef met 8 jonge kinderen achter. Tante Dina Heijmans, een halfzuster van Hanneke, zegde haar baan als pastoorsmeid bij de plebaan van de Sint Jan in Den Bosch op en kwam bij het gezin van de Westen in huis. Na 8 jaar besloten Bertus en Dina te trouwen. Vanaf dat moment mocht Dina, die al acht jaar bij de familie in woonde, van de pastoor niet meer bij Bertus in huis blijven slapen. Tot aan hun trouwdag enkele maanden later ging ze overnachten bij Jo en Hanneke Verstegen in het Gildehuis. Bertus en Dina kregen  samen twee kinderen zodat het gezin uitgroeide tot 12 personen.
In de oorlog luisterde Bertus veelvuldig met enkele van zijn buren naar radio Oranje. Deze hing
aan een touw tussen de spouwmuren en werd bij elke uitzending opgevist. De achtertuin van van de Westen was langs de Dorpsstraat. Deze bestond hoofdzakelijk uit vogelkooien en volieres voor dé grote hobby van Bertus.
Tot de veertiger jaren kon je er ook ook nieuwe schoenen kopen. D
aarna was het alleen maar schoenmakerij.
Zoon Jan heeft lange tijd bij zijn vader gewerkt en de zaak later van hem overgenomen.

1960. vlnr. de woningen van
Bertus van de Westen, Jan Verstegen, Pietje Damen, Jèntje van Lith en achterin de slagerij Theo Coenraad.
Jan Verstegen, vestigde naast Bertus van de Westen een schildersbedrijf. Jan was getrouwd met Grada van Oostrom. Er waren twee kinderen Cor en Piet. In 1950 werd een gedeelte van de schilderswerkplaats verbouwd tot winkel in verfwaren en behang. Na de dood van vader Jan nam zoon Piet, inmiddels getrouwd met An van Wanrooy uit Vinkel, het bedrijf met winkel over en ging boven de zaak wonen. Grada en haar zoon Piet overleden in 1985, 6 weken na elkaar.
Bij de bevrijding in 1944 hebben de familie's Verstegen en van de Westen on
voorstelbaar veel geluk gehad. Een granaat vloog dwars door het huis van Bertus van de Westen en landde midden in de woonkamer van Jan Verstegen. Er volgde geen ontploffing omdat het een blindganger was. Maar dat wisten ze toen nog niet. Grada riep in paniek Jan die in de werkplaats aan het werk was. Jan kwam kijken, raapte de gloeiend hete granaat op, droeg die koelbloedig naar buiten en legde hem in zijn tuin. Behalve de schade, de schrik en de brandbloajer op Jan z'n handen hield de familie er gelukkig niks aan over. Na drie dagen hebben Engelse militairen het projectiel opgehaald.
Jan en Grada Verstegen toen zij pas getrouwd waren.
 

                                                                                        Dien de Snèijer

                                   
Twee foto's uit 1946: Waar de kinderen voor de deur staan woonde Pietje "de kùster" Daamen. Achter de rechtse deur woonden  Driek en Tina Heijmans. De prent met de kinderwagen is genomen in de Dorpsstraat voor het café van Dorus Heijmans. Op de achtergrond de winkel van Marinus Groos. Achter de wagen Nolda en Pietje Daamen, in  de wagen dochter Maria en naast de wagen zoon Jèntje. Rechts op de foto Dien de Snèijer (Timmermans) de moeder van Nolda.
 

 Voorbij Jan Verstegen, tegen diens huis aangebouwd, stond een dubbel woonhuisje. Dit gedeelte behoorde vroeger ook tot het huis van van Beek. In het eerste woonde rond 1930
Marianus en Dien Timmermans. Marianus  had daar een kleermakerij. Daarom kende heel Rusmolle ze als Jônneske en Dien de Snèijer.

Hun zoon Harrie trouwde in 1932 met Pietje van der Donk en ging een paar huizen verderop in de straat wonen waar hij de kleermakerij van zijn vader als Harrie de Snèijer voortzette.

Hun dochter Nolda werd verliefd op Pietje Daamen. Piet was koster van de Lambertuskerk. Hij kwam uit Stratum (Eindhoven) en woonde sinds 1931 op een zolderkamer in de pastorie bij zijn baas pastoor Huub van der Meijden. Dag gaf wel problemen. Nolda was nl. pastoormeid op dezelfde pastorie. Vanaf het moment dat zij trouwplannen had mocht Piet niet meer op de Pastorie slapen en moest elders in de kost. Het jonge paar trouwde in 1939 en zij gingen  bij de moeder van Nolda, Dien, wonen, die inmiddels weduwe was.
Piet en Nolda kregen twee kinderen: Jan en Maria.
        Piet en Nolda Daamen-Timmermans     Piet was een almachtig man in de Lambertus parochie en regelde voor de parochianen alles van de wieg tot het graf. Als tweede baan had hij het agentschap voor een drukkerij aan huis. Bij hem kon  kon je van alles bestellen zoals briefpapier, visitekaartjes, rouwkaarten en bid- en rouwprentjes. Veel teksten  hiervoor werden door pastoor Huub van der Meijden geschreven. Tevens werd al het drukwerk dat in de parochie werd gebruikt via Piet door deze drukker verzorgd.
Een van de andere werkzaamheden van de kùster was dat hij in de paastijd de "Eieromgang" moest maken. Dat hield in dat hij bij de boeren eieren op moest halen voor de pastoor. Hij deed dat per fiets en vervoerde de eieren in stevige fietstassen. Als hij na zijn eirronde even langs z'n huis ging om bij z'n Nolda 'n bakske koffie te vatten haalde z'n moeder Dien stiekem een paar eieren uit zijn tassen. Ze gaf deze aan het gezin van haar zoon Harrie. Pietje heeft noot geweten dat hij die eieren kwijt raakte en Harrie heeft noot geweten waar zijn moeder ze haalde!
Piet heeft aan het begin van de oorlog het bronzen luidklokje uit het torentje van de pastorie gehaald en in de pastorietuin begraven. Na de oorlog groef hij het weer op en tot heden ten dage hangt het klokje op het priesterkoor in onze de Lambertuskerk en wordt bij aanvang van elke H. Mis of Dienst geluid.
Piet en Nolda vertrokken in 1973 naar De Annenborch en in hun huis kwam voor even drogisterij het Kruidvat.

 
                                                      Van de Kùster tot September

          Begin van de Deken Fritsenstraat omstreeks 1950.         In het rechtse huisje van het tweekappertje, op    de foto de tweede deur onder de spitse dak-kapel, heeft in de dertiger jaren Paul van Beurden gezeten die uit de oude brouwerij in de Dorpsstraat kwam waar hij een wagenmakerij had. Na van Beurden (1941) werden Orrie (Arie) Verstegen en zijn dochter Kaatje , de vader en een zuster van schilder Jan Verstegen, de nieu-we bewoners van het pandje. Orrie kwam ook al uit de oude brouwerij waar hij zo'n twintig jaar gewoond en gewerkt hadden. Zij woonden slechts kort naast  Piet Daamen, nl. maar tot 1942.
Dat kwam goed uit voor de familie Steenbekkers uit Maren. Vanwege de oorlog moesten zij uit hun boerderij aan de Maas en werden daarom als evacués in dit huis ondergebracht. Een van hun zonen was "d'n blinde Piet" de latere kastelein van café Juliana. De dochters van Steenbekkers maakten wel indruk in 't durp want twee ervan sloegen 'nne Rusmollese mins aan d'n haak: .
Marie trouwde met Pietje van Em van Creij en Fien met Jan van Gerrit van  den Berg, de kolenboer.

          Fam.Heijmans voor hun huis in de Deken Fritsenstraat:
           vlnr: Riet, Toos, moeder Tina, Piet en vader Driek


In 1944 vertrok de familie Steenbekkers en verhuisde de familie van Driek en Tina Heymans-Voets vanuit de Dorps-straat hier naar toe.  De familie Heijmans woonde er tot 1955. Toen vertrokken ze naar een gemeentewoning in de Burgemeester Nieuwenhuizenstraat en deden het huisje over aan de laatste bewoner van dit pand: Jèntje van Lith. Jèntje kwam uit het kleine boerderijke in de Krommenhoek waar voorheen Willem van Hoof in zat.  De familie van Lith verkastte in 1975 naar de Fort Alexanderstraat. In de oude tweekapper vestigde boekhandel Thrydio. Deze winkel werd enige jaren later naar het voormalige gemeentesecretarie in de Dorpstraat verplaatst. Daarna zat er nog even een Chinees restaurant in. Toen ook deze in de tachtiger jaren vertrok zijn de voormalige pandjes van Pietje de Kùster en Jèntje van Lith samengevoegd en verbouwd tot één ruimte en sindsdien leeft het oude tweekappertje voort als Café September.

                                                 
Van Harrie d'n Doel nôr Harrie de Snèijer

                 
                      
  De woningen van Harrie en Agnes van der Doelen en Harrie en Pietje Timmermans.

Naast Jèntje van Lith stond de boerderij van Harrie en Agnes van der Doelen-van den Dungen. Zij waren in 1912 getrouwd en hadden één dochter Marietje. Bij hun in huis woonde ook Marie, een zuster van Agnes. Naast boer was Harrie kassier van de Boerenleenbank. Van de kassier werd verwacht dat hij zelf ruimte voor de bank beschikbaar stelde. Nou was in die tijd de Boerenleenbank nog niet zo groot en de ruimte besloeg niet meer als een kamer waarin een kluis en een kast voor formulieren stonden. Bij Harrie was de bank gevestigd in de goei kamer waar ook alle bankbesprekingen plaatsvonden. De Boerenleenbank was in principe elke dinsdag en vrijdag open. De drukste tijd was aan het einde van het jaar want dan kwamen veel klanten met hun spaarboekje naar de bank om de rente van het afgelopen jaar te laten bij schrijven. Ook kinderen konden bij de bank sparen. Het geld bracht de jeugd meestal zelf. Nadat ze met hun gulden of rijksdaalder én hun spaarboekje hadden aangebeld mochten mochten ze mee naar de goei kamer. Het bedrag werd door de kassier in ontvangst genomen en plechtig in hun spaarbankboekje bij geschreven. Omdat Harrie geen auto had werd al het contante geld dat werd ingelegd door hem per fiets naar De Nederlandse Bank in Den Bosch gebracht. Het geld veilig achterop in een schoenendoos....!
In de oorlog had melkboer Leonard van Grinsven zijn vrachtwagentje in deze boerderij verstopt, maar dat werd, helaas voor hem, door de Duitsers ontdekt en meegenomen. Hij heeft zijn auto nooit meer teruggezien.
Harrie d'n Doel was een uitstekend zanger en tevens dirigent van het kerkkoor. Hij ging in 1963 met pensioen.

Nadat de familie van den Dungen was verhuisd trok Wim Diesveld in de voormalige bank/boerderij. Hij was getrouwd met Mien Jagers. Zij kwamen uit Geffen waar Wim een aannemers en sloopbedrijf had. Hij verbouwde het huis tot een winkel in....radio's, tv's, elektrische gebruiksapparaten, witgoed en installatiemateriaal. Wel even iets anders! Aan de achterzijde was de reparatie-werkplaats. In 1988 vertrok de familie Diesveld  naar de Cyclamenstraat, waar Wim nog tot 1993 radio's TV's en elektrische apparaten repareerde. 
Tevens verkocht hij er ook nog wat  installatiemateriaal zoals contactdozen, elektriciteitsdraad en dergelijke.

Zijn oude winkel
werd afgebroken en nu staat er een nieuw pand waarin Blokker en een kledingwinkel in zitten.
De boerderij van Harrie d'n Doel, later de winkel van Wim Diesveld net voor de afbraak.


       Harrie Timmermans en Pietje van de Donk              In het huis volgende huis woonde Harrie Timmermans.
Hij was een broer van Nolda Daamen, de vrouw van Pietje de kùster. Harrie was in 1932 gehuwd met Pietje van der Donk. In hun gezin kwamen 8 kinderen: 5 zonen en 3 dochters. Harrie zette daar de kleermakerij voort die hij van zijn vader had overgenomen. Hij maakte dames- heren- en kinderkleding. Niemand in Rusmolle noemde hem overigens ooit Harrie Timmermans, want naast de kleermakerij nam hij ook de bijnaam van zijn vader over: Harrie de Sneijer.
Harrie was jarenlang secretaris én wedstrijdsecretaris van OJC en daarom was het op maandag altijd OJC-dag. Alles en iedereen die in het weekeinde iets met voet-ballen te maken had gehad liep bij de kleermaker binnen. Van de elftallen die het weekeinde hadden gespeeld moest de uitslag worden doorgegeven én besproken natuurlijk. Tevens moesten de evt. onregelmatigheden, blessures en de namen van degene die van het veld waren gestuurd, bij Harrie worden gemeld.
In de oorlog bezat Harrie stiekem een radio. Niet bij hem thuis want dat vond hij te gevaarlijk. Zijn zwager Pietje de kùster had een betere schuilplek bedacht en verborg de radio onder een zijaltaar in onze Lambertuskerk. Tijdens de illegale uitzendingen gingen Harrie en Piet vroom ter kerke
en luisterde dan samen met Pastoor Huub van der Meijden en diens kapelaan naar radio Oranje.
Het echtpaar Timmermans v
ertrok in 1972 naar de Da Costastraat en Bert van Hein van Creij werd de nieuwe bewoner. Na Bert heeft de Wereldwinkel er nog een tijdje in gezeten totdat het het pand eind tachtiger jaren bijna in zijn geheel werd afgebroken en opging in het winkelpand van nu:  "Lady Service" van Van den Burgt, een winkel in lingerie en nachtkleding.
Foto ongeveer 1960. Een gedeelte van de familie Timmermans met enkele vrienden. Vlnr zittend langs huis: Vader Harrie, moeder Pietje, Theo Heijmans, zoon Henk, Jo Heijmans. Rechtse rij vlnr: zoon Bert, dochter Diny, neef Jantje Daamen en zoon Cor. (De twee jongens Heijmans op de foto zijn zonen van Toon
Heijmans uit de Heer en Beekstraat. 

                                                                                                                                                                
                                                           Vleeswaren bè d'n bèkker

Voorbij Harrie Timmermans was een  zijweggetje naar links, de Torenstraat. Dat ging over de "kerkmisse" naar de ingang van de Lambertuskerk. Hieraan stond slechts één pand:  het woonhuis met winkel en bakkerij  van Marinus de Jong. Volgens de advertentie uit 1954 heette dit de Kerkstraat. Dat klopt wel, maar dat was maar heel even zo.  Tot begin jaren vijftig behoorde dit straatje nl. tot de Kerkenhoek.  In 1954 kregen veel straten in Rusmolle een nieuwe naam en het kleine weggetje langs bakkerij De Jong kreeg de naam Kerkstraat.
Na enige tijd kwamen ze er bij de gemeente achter dat dit niet zo handig was omdat in het gedeelte van Nuland dat in die tijd nog tot de gemeente Rosmalen behoorde van oudsher al een Kerkstraat was. Verwarring alom en ook niet zo verstandig gedaan. De naam Kerkstraat werd na enkele maanden toepasselijk veranderd in Torenstraat.

De bakkersauto van Marinus de Jong. vlnr: dochter Thea (zus) moeder Anna en vader Marinus.

Marinus de Jong kwam uit Berlicum, trouwde in 1925 met Anna Hanegraaf van het Heeseind en kocht in dat jaar de bakkerij en het bijbehorende woonhuis van Janus van Gerven voor de somma van F. 500,- gulden. De bakkerij werd in 1937 geheel vernieuwd door aannemer Piet der Kinderen.
In het laatste oorlogsjaar (1944) was het nogal druk met militairen bij de Jong. Op zolder boven de bakkerij zat de militaire verbindingsdienst terwijl tegelijkertijd op de zolder boven hun schuur een groep van zes militaire koks was ingekwartierd.  Merkwaardigerwijs waren deze koks allemaal Limburgers. Zij werkten bij een legerkeuken die een eindje verderop in de Kerkenhoek in een gebouwtje achter de bewaarschool zat. 
Tijdens de bombardementen bij de bevrijding van Rusmolle schuilde de hele familie in grote kelders onder het huis. Soms deed ook de grote broodoven wel eens als dienst als schuilplaats tegen de ontploffende granaten.
Het woongedeelte van hun huis overleefde de bevrijding niet. Het werd volledig verwoest. Na de oorlog bouwde aannemer Raaymakers uit Hintham er een nieuwe woning met winkel welke in december 1947 werd geopend.
Na de plotselinge dood van Marinus in 1954 werd de bakkerij voortgezet door zijn zoons Broer (Lamber) en Ad terwijl Anna met haar dochters de winkel bleef doen. Ad moest later vanwege gezondheidsproblemen stoppen met bakken en Broer ging alleen verder. In 1960 bouwde hij voor zijn gezin een nieuw huis tussen de bakkerij en de naastgelegen St. Josephschool. Dit woonhuis is begin negentiger jaren gesloopt.
In de bovenstaande advertentie uit 1954 adverteerde bakker de Jong  met een "Electrische Brood- Beschuit-en Banketbakkerij". Broer de Jong kan zich niet herinneren dat zijn vader zo'n elektrische oven heeft gehad. Het volgende verhaaltje wijst daar eigenlijk op.
In 1955 kwam mijn broer Piet, hij was toen veertien, bij de Jong in dienst en heeft daar anderhalf jaar gewerkt. Elke woensdagmiddag moest hij, met de belangeloze medewerking van een of meer van zijn broers, naar de timmerfabriek van van Eijkelenburg in de Maliskamp om een aantal zakken met houtschaafsel te vullen. Een rotklus voor ons omdat het een verrèkes stofrijk gebeuren was. We doken met  grote zakken in een berg houtschaafsel en vulden deze met onze handen. Maar ondertussen ging het werk van de schaafmachines gewoon door en werden we vaak helemaal onder de houtkrullen geblazen. De gevulde zakken werden op een bakfiets geladen en mijn tweelingbroer Han was meestal de gelukkige om hiermee, al dan niet extra zwaar beladen met enkel broers, naar 't durp terug te mogen trappen. De bakfiets werd geleend bij schildersbedrijf Jan Verstegen. Zo verkreeg Marinus de Jong gratis stookmateriaal voor zijn broodoven.
Opvallend was dat er in de broodwinkel ook vleeswaren werden verkocht. Het betrof alleen vlees voor broodbeleg dat Anna de Jong zelf in plakjes sneed en in een glazen vitrine tussen de broden bewaarde. Na de dood van haar man 1956 deed Anna de vleesvergunning over aan Antje en Driek van Pinksteren die een levensmiddelenwinkel hadden op Bruggense dijk.


   
Het woonhuis van de familie de Jong zoals het er aan het einde van de oorlog bijstond en het nieuwe dat daarvoor in de plaats kwam.
In het oude bakkershuis, dat uit dezelfde tijd stamde als het Bont Pèrdje, dat tot de zestiger jaren in de Schoolstraat stond,  is waarschijnlijk recht gesproken, getuige de oude naam van het pand: Hof van Hollant. Op beide bovenstaande foto's is in de voorgevel een klein vierkantje te zien. Dat is het wapen van de Koninklijke Marechaussee. Dit wijst er op dat hier voorheen een Marechausseekazerne in was gevestigd. Broer de Jong vertelde dat op hun oude zolder nog een paar vervallen cellen en bedsteeën uit die tijd bewaard waren gebleven.
        
                                                                  
Mi de motor nor de galmgoaten

            

Deken Fritsenstraat-Torenstraat 1960. vlnr: Slagerij Piet van Lier, Harrie Timmermans, woonhuis-winkel-bakkerij van De Jong. Voor de huizen "ons" slagveldje, hét speelterrein van de Rusmollese jeugd- en evenemententerrein.
Nu is het parkeerterrein van de Vredenburgpassage.

Na bakker De Jong en vóór het kerkhof lag een open terreintje.  Wij, de Rusmollese jeugd, noemde dit 't slagveldje, Hier waren altijd veel kinderen uit 't durp te vinden. Daar gebeurde van alles van fietscrossen tot knikkeren en van kuilen graven tot oorlogje voeren.  Daar verdedigde wij als jong Rusmolle onze eer als we door een andere straat werden uitgedaagd.
Het slagveldje was tevens een soort evenemententerrein. In de vijftiger jaren heb ik daar een paar keer  koorddansers, of eigenlijk koordlopers, hun  kunsten zien vertonen. Zij spanden vanaf het café van Piet van Lier een staalkabel naar de top van de toren van de Lambertuskerk. Een koorddanser, mooi in het wit gekleed, liep met een grote evenwichtsstok dwars in zijn handen, omhoog richting galmgaten. Na de wandelaar werd er een motor op de draad gezet met daaronder een schommeltje waarop een schaars geklede jonge dame zat. Ze zat er niet alleen om de motor in evenwicht te houden maar ook om onderweg 'n bietje te wiebelen en kunstjes te doen. Op de motor een stuntrijder die met veel herrie en rook zijn motor startte en omhoog reed. Bijna boven deed hij dan net of hij de top niet kon halen en zeilde onder afgrijzen van het publiek met z'n bijna blote juffrouw achteruit terug naar beneden. Flink in de remmen knijpend kwam hij toch precies voor het einde van d'n draad tot stilstand en was zogenaamd opgelucht dat hij niet in het café van Piet van Lier terecht was gekomen. Vol gas karde hij direct weer omhoog voor een tweede poging om onder luid gejuich van half Rusmolle "net" bij de galmgaten uit te komen. Al met al een spectaculaire show voor die tijd. Op de grap: "Ze hebben één geluk. As ze nor benejen flikkeren ligge ze m'teen op 't kerkhof" kon je op wachten. (Een Russisch lid van deze groep stuntrijders is later bij een ongeluk boven de Grand Canyon in Amerika om het leven gekomen.)

                                                        Tabaksplanten op het slagveldje

Kriesje van Galen die het kerkhof van de Lambertuskerk onderhield had op het slagveldje zo zijn eigen begra-fenissen. Alle afval van het kerkhof werd door Kriesje netjes op dit veldje in de grond gestopt.
Pastoor Huub van der Meijden gebruikte het slagveldje weer voor iets geheel anders. Hij  teelde er in de oorlog tabaksplanten. Het zal geen verbazing wekken dat sommige parochianen hier hun tabaksvoorraden illegaal aanvulden. Ben benieuwd hoe dat ging als ze moesten gaan biechten.....!

Aan de rand van het slagveldje lagen de Canadese oorlogsgraven van Marinier N.R.Wade en Marinier A.J.Cook. Zij reden tijdens de Rusmollese bevrijding met hun motor langs de spoorlijn, ter hoogte waar nu de Peelhoeven is, op een landmijn. Omdat de pastoor niet zeker wist of ze katholiek waren mochten ze niet op het R.K. kerkhof van de Lambertuskerk begraven worden. Daarom zijn hun graven er net naast gelegd. De mariniers werden in 1981 overgebracht naar de Canadese Militaire Begraafplaats in Groesbeek. Op de achtergrond het huis van Ad de Jong en een stukje van de St. Josephschool.

Theo Kappen heeft onlangs (2008) naspeuringen gedaan of deze twee in Rosmalen gesneuvelde militairen nog in Groesbeek liggen.   Hieronder de vermeldingen in het register van de militaire begraafplaats. Theo bedankt voor de foto's.

 
                                                                                            

                   

                             Evenals in Rosmalen zijn de twee vrienden in Groesbeek naast elkaar begraven.

                                                                  Het kerkhof

Grenzend aan het slagveldje het oude kerkhof van de Lambertuskerk. In de na-oorlogse jaren  werden  alle paro-chianen nog hier begraven omdat de begraafplaats aan de Oude Baan niet bestond. Hieronder enkele foto's uit  ongeveer 1900.

     
Op de linkse foto staat op de achtergrond het oude schoolhuis uit ongeveer einde 1700. Rechtsboven nog enkele torentjes van het klooster van Meeuwen. 

  
Deze meer dan unieke foto is van rond 1910. Het betreft de Jonge Boerenstand. De geestelijke is Alphons Hordijk, die toen enkele jaren pastoor in Rosmalen was als opvolger van pastoor August Fritsen die in 1907 was overleden. Zij staan op een aardappelveld naast de ingang van de Lambertuskerk. Het huis links is vermoedelijk het boerderijtje van Pietje van Langen.

                                                                                        De kakschool

1955: Op de achtergrond de oude openbare school, later kleuterschool of kakschool. Rechts Toos de Jong. De anderen? Midden links de graven van de twee militaire oorlogslachtoffers. 

Het volgende pand was de oude Openbare school voor jongens en meisjes, gebouwd rond 1800.  Toen het klooster van Meeuwen in 1873 tegenover deze school  werd gebouwd werd daar spoedig ook een meisjesschool aan toegevoegd. De jongens in dit pand.
In 1935 vertrokken ook de jongens omdat in de Schoolstraat hun nieuwe  St. Joseph school werd geopend.
Het oude gebouw van de Openbare School is in gebruik gebleven als R.K. kleuterschool van de nonnen. In de tijd dat ik daar zat (1947-1948)  noemde ze dit de bewaarschool of kakschool. Hier probeerden de nonnen vele Rusmollese kleuterkes hun eerste beschaving bij te brengen. Je moest er ter voorbereiding op de grote school van je vierde tot je zesde jaar naar toe. De nonnen waren godsvruchtig en streng. Het was voor hen toch niet niks om elke dag twee klassen met tussen de veertig en de vijftig jungskes en mèskes rustig te houden en ze ook nog van alles te leren. We werden er flink aan banden gelegd en veel kleuters waren daarom knap lastig. Bekant elke vijf minuten moest er wel inne nor de plee, piste er wel inne in z'n of d'r boks of zat er wel inne te janken. Als je naar de plee moest kreeg je een rood lintje mee om aan de deurklink te hangen. Bij terugkomst in de klas moest je het lintje meteen inleveren en kon de volgende met hoge nood gevaarloos naar het kleinste kamertje en verkleinde de nonnen het risico dat jongens en meisjes daar konden zien wat het verschil tussen hen was.

In de vijftiger jaren had ook de KAJ (Katholieke Arbeiders Jeugd) onderdak in de bewaarschool. De leden hiervan waren globaal tussen de 15 en de 21 jaar oud. Zij maakten er in hun vrije tijd o.a. houten speelgoed. Dit werd in de Sinterklaastijd naar de minder bedeelde Rusmollese kinderen gebracht. Enkele muzikale KAJers hebben daar het muziekgroepje de "ROAMBA's" en een toneelclubje opgericht. Zij hadden daar hun oefen en speelruimten.
(Begin vijftiger jaren is hieruit het revuegezelschap "Levensvreugd" ontstaan.) Een gedeelte van de school is nog even in gebruik geweest als woonhuis. Het gezin van Jan van der Sluis, dat in de Krommenhoek een oud boerderijtje bewoonde welk in 1956 afbrandde kreeg tijdelijk onderdak in dit gebouw. 

Begin jaren zestig is het ongeveer 160 jaar oude pand afgebroken.
Pastoor Janssens die een nieuw parochiaal gemeenschapshuis wilde bouwen, maar hiervoor niet genoeg geld had, kwam op een lumineus idee. Hij besloot om de afbraakmaterialen van de oude school voor deze nieuwbouw te hergebruiken. Aan de parochianen werd gevraagd om belangeloos te helpen bij de sloop. Pietje de Kûster (Daamen) had de ondankbare taak om er voor te zorgen dat het werk eerlijk over 't helel dorp werd verdeeld, zodat iedereen gelijk aan de beurt kwam. Meestal werd je per straat ingezet. Ik heb altijd de indruk gehad dat de verdeling niet zo goed lukte. De animo om stenen te komen bikken of planken spijkervrij te  maken was bij een aantal beminde gelovigen blijkbaar niet zo groot. Wij als jongens van grote gezinnen waren nog al eens de klos als ze verder niemand hadden. Maar hoe dan ook, uit de puinhopen van deze oude kakschool ontstond het nieuwe gemeenschapshuis "de Kentering".
          
                                                                                                        
                                                                                   
D'n bloauwe hôrn

Jaren zestig: Het vijf-huizen blok van Voets. Het lijken er drie maar de 2 andere voordeuren twee zaten in de
zijgevels.

Voorbij
de oude school stond een langgerekt pand dat in 1972 is afgebroken en in de twintiger jaren eigendom was van Grad en Betje Hermes. Het huis, een voormalige boerderij,  was toen in drieën verdeeld. Het gezin Hermes  woonde in het linkergedeelte, in het middengedeelte was hun café waar Betje de scepter zwaaide en in het rechtse gedeelte had Grad zijn smederij. De nabij gelegen Smidstraat is zo aan de naam geko-men. In het eerste kwart van 1900, toen de electriciteit sterk in opmars kwam, was Grad een van de eerste in Rusmolle die dit in de huizen ging installeren. (Een van zijn concurrenten was Bèr Linnenbank).
Eind twintiger jaren kwam het pand in handen van Sjef Voets en zijn vrouw Marie van Nistelrooij. Zij verbouwden het pand tot drie woningen. In het rechtse woonhuis hebben Harrie en Drika van der Sterren-van Venrooy van 1928 tot 1933 gewoond en zijn vier van hun kinderen geboren. In het midden woonden Sjef en Marie zelf en in de linkerwoning kwam Willem Voets. Willem die duivenmelker was noemde men in Rusmolle 'd'n blaauwe hoorn'. Hij kreeg deze bijnaam omdat hij een superduif had die hij 'd'n blaauwe' of 'd'n blaauwe hoorn' noemde. Zijn zoon Willem jr. die later aan de Garstlandweg woonde erfde deze bijnaam. Na Willem Voets kwam A. Heymans in dit uiterst linkse gedeelte. Hij was invalide doordat hij uit uit een boom was gevallen. Hij lag jaren op een bed voor het raam.

                                             

                              Het nieuws van de brand stond op 7 november 1940 in het Leidsch Dagblad

Op 6 november 1940 brak er in het pand een grote brand uit en moest Heymans met bed en al uit huis worden getakeld. De inboedel die uit het brandende huis kon worden gehaald werd opgeslagen in de tegenover gelegen meisjeschool. Later bleek er een gedeelte van deze huisraad verdwenen te zijn. Dader onbekend!
Tinus Voets, een broer van Sjef, die in de Dorpsstraat een boerderij had, werd na de brand eigenaar van het woonblok. Hij bouwde het weer op en maakte er 5 woningen van. Sjef en Marie Voets verhuisden met hun 9 kinderen naar de uiterst linkse woning.

In de andere vier woningen hebben in ieder geval de volgende families gewoond, in willekeurige volgorde: Pietje en Jaan (Kepkes) van den Heuvel, Klaas en Dore van Liempd, Theo en Miet van d'n Hanenberg ('t Hoantje) met hun zonen Em Henk en Willie, Toon en Klaartje van Pinksteren, Wim en Nel Voets en het echtpaar van Dun.
 
Wim Voets, een zoon van Sjef,  bouwde in de zestiger jaren een nieuw huis links van dit woonblokje. Dit huis, midden op de foto achter de lantaarnpaal, is inmiddels ook al afgebroken.

                                                                Kaatje's lampenwinkeltje

Vroeger was er een dijk die van de Kruisstraat over Brugge, langs de Krommenhoek en de Schoolstraat naar de Bèrgt en zo verder naar d'n Heinis liep. Net na de oorlog waren er nog wat meer sporen hiervan te zien als nu. Hij kwam kort achter het pand van Sjef Voets langs. Tussen Voets en deze dijk stonden nog twee huizen. Ongeveer midden achter stond, en staat nog, het huis waar in de vijftiger jaren het gezin van Frans en Nelly van Liemp-van Hoofd in zat. Frans werkte bij een grote slagerij in Oss. Zoon Ad is al vele jaren postbode in het centrum van Rusmolle. Zoon Hans was een van de oprichters en gitarist van de beroemdste jongensband uit Rusmolle 'de Shuffels', waarbij Albert Westerlaken (Albert West) de zanger was. Op de hoek met de Smidstraat woonde na de oorlog Nardje van Nuland en Netje Schip-pers. Daarvoor woonde hier Kaatje van Herpen met dochter Dina en zoon Piet. Ze hadden daar een lampenwinkeltje. Piet bouwde later op de Tweeberg een nieuwe zaak. Het huis van Nardje is eind jaren negentig verdwenen. Tegenover Nard en Netje, aan de andere kant van de Smidstraat was de oude boerderij van Wim Coppens, die later werd verbouwd tot 2 woningen. Na de oorlog woonde o.a. hierin de vrijgezelle broer en zus Jan en Hanneke Coppens, familie Driek van Pinksteren en Sjaan en Dien Hoedemakers-van Muilekom.

           
Kruising Smidstraat-Deken Fritsenstraat-Nonnenpad eind zestiger jaren.
Linkse foto: op de voorgrond het huizenblok van Sjef Voets met rechtsonder woning van Wim Voets. Rechts midden bakkerij Gret de Werd. Daar tegenover restaurant De Griek.
Foto rechts: Links onder huis van Frans van Liempt. Staat er nu nog. Daarachter woonde Nard en Netje van Nuland. In de boerderij onder de bomen woonde o.a. Sjaan en Greet Hoedemakers
.

                                        
Hier woonden voorheen Nardje van Nuland en Netje Schippers. Situatie in 1999 toen het huis eigendom was van Wim en Marietje van Grinsven. 
                                                        

                                                                      't Café van Ké

Op de foto het laatste huis aan de linkerzijde in de Deken Fritsenstraat. waar het tot de vijftiger jaren nog Kerkenhoek heette. Dit was een woonhuis/café.
In het linker gedeelte zat de familie Tinus "van Kiskes" (van de Ven) en Hanneke van den Hanenberg. Tinus en Hanneke hebben daarvoor vele jaren in het Klein Venneke gewoond. Bij deze familie hoorde ook Martien van Ieperen die op jonge leeftijd in dit gezin is komen wonen.
Tinus had het recht om aan huis staatsloten loten te verkopen. Toen Tinus overleed verkreeg ons vader dit recht en heeft 20 jaar lang bij ons thuis in de Raadhuisstraat aan zo ongeveer iedere Rusmollenaar loten verkocht). 
In het rechtergedeelte zat vanaf de twintiger een café dat in Rusmolle bekend stond
als 't café van Ké d'n Hoan. Ké was getrouwd met Bert van den Hanenberg, een broer van Hanneke de vrouw van Tinus van Kiskes.
Zij hadden een stiefdochter, Marietje Hermans
In het café kon het gebeuren dat Ké op zondag middag om 'n uur of half drie midden in een partijtje biljart de ballen wegnam en de spelers naar het Lof in de Lambertus kerk stuurde. Of ze ook echt gingen vermeld de historie niet maar onder het Lof werd er niet gebiljart!!
Ké  hield er net voor de oorlog mee op. Haar stiefdochter Marietje was inmiddels getrouwd met Martien van Ieperen, die bij haar broer Tinus in huis was. Het jonge stel kwam onder  ond
er toeziend oog van Ké achter de tap. Binnen een jaar stopten ook zij ermee en Driekske van Berkel en zijn vrouw Pietje Voets werden de nieuwe uitbaters van het café. Driekske was een broer van Jos van Berkel, die getrouwd was met Trui van Loon. Ook zij zaten er maar enkele jaren en in 1945 ruilden zij hun tapperij tegen de woning van Wilhelmus van den Burgt in de Maliskamp.
   
  

Een schitterende foto uit 1928 van de loterijclub gevestigd in het cafe van Ke d'n Hoan.
Vlnr. Achterste rij:  Jo Verstegen slachter, Harry Lambermont gemeentesecretaris, Driekske van den Wassenberg schoenmaker en barbier, Haske van Lokven bloemist, Willem van Creij landbouwer, Jan Schel smid en caféhouder, Gretje Krol.
Middelste rij: Dorus van den Brand stationschef , Piet van Pinksteren bakker,  Harrie van de Plas loodgieter, Grad Coenraad slachter,  Has Voets slachter, Eimert van den Hanenberg bierhandelaar, Dirk Schippers aannemer en Driek van de Zandt.
Voorste rij: Bert Verstegen landbouwer, Tinus van de Ven secretaris van de club, Bert van den Hanenberg de kastelein.
 
                                                                       
                                        
                                 
 't Huukske                                                                                                                                                                                                                                                            
Wilhelmus van den Burgt en Grada Rombouts

Wi
m van den Burgt, getrouwd met Grada Rombouts werden dus de nieuwe uitbaters van café Ké d'n Haon. Wim en Grada hadden 4 kinderen: dochter Annie en zonen Gerrit, Piet en Rinie. Het café werd bekend als "café Hasje van Dijk".  Dit kam omdat Wim twee bijnamen had. De bekendste was wel Hasje van Dijk. Waarom Hasje dat weet ik niet maar de naam van Dijk kwam van zijn moeder die zo met haar meisjesnaam heette. Sommigen noemde hem ook Kop van Dijk. Deze bijnaam hield hij over uit de tijd dat hij in de Maliskamp voetbalde en erg sterk was bij kopballen. Hasje verdiende de kost als eier- en kippenhandelaar. Hij werkte veel samen met Toon van Kreij uit de Burgemeester Nieuwenhuizenstraat die daar een kippenslachterij opstartte. Hasje was tevens een verwoed jager. Grada stond dan ook meestal in het café. In de vijftiger jaren ging Grada ook nog twee keer per week met een handkar met vis naar de Bossche markt om die daar te verkopen. Het klinkt in onze tijd bijna ongelooflijk maar Grada opende elke morgen om een uur of zes haar café. Ze deed dit o.a. om b.v. vroege arbeiders de gelegenheid om rookwaren te kopen..
Het oude pandje werd in 1965 gesloopt en bijna op dezelfde plek verrees een geheel nieuw café mét cafetaria én een nieuwe naam 't Huukske'. Zoon Rinie en zijn vrouw Wil van Grunsven kwamen in het café en moeder Grada, Hasje was inmiddels overleden, en dochter Annie die getrouwd was met Wim Voets, deden het cafetaria. Een jaar later stopte Rinie en zijn vrouw als kastelein en Annie, Wim en Grada keerden terug in het café. Jo Egelie nam cafetaria 't Huukske over. Veel later kreeg dit eethuisje de naam 'de Goedzak'.
Na de dood van Grada namen Annie en Wim Voets het café over. Er ontstonden in hun café twee voetbalclubs. Een mannenclub met de naam Henriette Boys, waar mijn broer Ad voetbalde  en een vrouwenclub Henriettegirls, waar mijn zuster Ria speelde. Henriette was de dochter van Wim en Annie. Na Wim en Annie Voets hebben tot aan de jaren negentig Driek en Annie Peters  en
  Ben en Joke Verhoeven achter de tap gestaan. Daarna is het café gesloten en werd er restaurant de Griek in gevestigd.

    
                 Twee foto's van café 't Huukske. Links uit 1958 en rechts de nieuwbouw in de zeventiger jaren.

 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Terug naar het begin van de Deken Fritsenstraat bij de Dorpsstraat voor beschrijving van de rechter straatzijde.

                    
                                                         
De Driesprong ongeveer 1975.

                                               Slagerij Coenraad...van Lier...Coenraad...!

In dertig jaar: slagerij .. schoenen .. levensmiddelen .. cafétaria .. hotel .. café .. restaurant  .. dierbenodigheden .. smederij .. woningverhuur .. en dat in één pand...................................!

Nu de andere zijde van de Deken Fritsenstraat. Vanaf de Dorpsstraat had je rechts villa De Driesprong (zie hierover Dorpsstraat zuid 1). Daar voorbij de slagerij van Piet van Lier, thans slagerij Coenraad. De zaak kwam aan die naam omdat daar eind twintiger jaren slager Grad Coenraad zat die in 1929 met Marie de Groot was getrouwd. Zij hadden drie zoons Theo, Ger en Tiny. Deze drie broers kregen in 't durp als bijnaam respectievelijk Coen, Coentje en klein Coentje. In 1932 is Grad plotseling overleden. Marie zette de zaak met hulp van enkele knechts voort. Een van hen was Piet van Lier uit Oss. Piet was familie van smid/kastelein Jan Schel van café 't Centrum in de Dorpsstraat. Marie heeft Piet in dit café ontmoet en is in 1934 met hem getrouwd. Zij kregen 4 kinderen: Gera, Wim, Annemie en Ton.
Toentertijd hadden ze niet alleen een slagerij maar verkochten er ook schoenen en levensmiddelen. Kort na hun trouwen werd de schoenenzaak gesloten. De verkoop van levensmiddelen sneuvelde enkele jaren later. In 1935 bouwden ze, "over" de oude slagerij heen, een totaal nieuw huis waaronder een nieuwe winkel.
Het gehele pand bestond eigenlijk uit meerder huizen. Meteen op de hoek voorbij de Driesprong was de winkel slagerij. Daar aan vast een gedeelte dat in de veertiger jaren uit drie woninkjes bestond en door Piet en Marie werden verhuurd. Hier woonden o.a. Cis Trul (van Beekveld) en Piet en Drika Vos.
 
  
De slagerij in 1933. Marie met de kleine Ger Coenraad. Links net naast de winkel kwam in 1950 het café. In het lagere gedeelte uiterst links was in de vijftiger jaren het cafetaria. De vrouw naast Marie is Els, een Hongaarse wees die vanaf 1934 bij de familie van Lier woonde. Zij trouwde later met de smid Marinus van Bakel.

 
 
De familie Coenraad-van Lier. Achter vlnr.: Gera van Lier-Wim van Lier-Ger Coenraad-Ton van Lier-Tiny Coenraad-Theo Coenraad-Annemie van Lier. Zittend : Piet van Lier en zijn vrouw Marie de Groot die eerder weduwe werd van Grad Coenraad.

Eind veertiger jaren was het woningske dat meteen aan de slagerij grensde verwerkingsruimte voor vleeswaren. Hier maakte ze o.a. kroketten. Buiten hing een automaat waar deze snacks werden verkocht. Piet wist precies wanneer er een  bijeenkomst van de duivenclub bij Jo Verstegen was geweest want dan steeg de omzet van de automaat fors. Op een avond was er voor 52,- gulden aan zelfgemaakte kroketten "uit de muur getrokken". Hij waren daar zo enthousiast over dat hij bij de gemeente een cafetaria vergunning aanvroeg.
Dit cafétaria werd gevestigd in de uiterst linkse woning. Groenteman Jo Coppens, die met zijn groentewagen jarenlang bij van Lier kwam, heeft het eethuisje begin jaren 50 overgenomen. In 1958 verkastte hij er mee naar de Dorpsstraat in een huisje dat nu onderdeel is van Wooncomfort de Veer. Het oude cafetaria werd verbouwd tot woning voor Gera van Lier en haar man Wim van der Leest.

    
De slagerij in 1985. Piet met zijn ponnywagen waarop vlnr. zijn kinderen Annemie,Wim en Gera van Lier en Ger Coenraad. De ponny is bij de bevrijding om het leven gekomen. Hij (of zij) sneuvelde in de schuur achter het huis in de Dorpsstraat waar  Max van Herpen later een loodgieters bedrijf is begonnen.

                                                                      Café 25 centimeter de grond in                    
                                                                                                                         

                           Advertentie uit 1954

In 1950 behaalde Piet van Lier een horeca diploma en vroeg vergunning voor een Hotel Café Restaurant. Dit zou gevestigd worden in de twee woningkjes tussen de slagerij en het cafetaria. Die toestemming heeft hij verkre-gen maar de wet maakte vooraf één bezwaar: De afstand tussen de vloer en het plafond van de tapperij was 25 centimeter te laag. Voor Piet geen probleem. Hij brak de vloer uit zijn toekomstige café en verlaagde de zandbojem met vijf en twintig centimeter. Verlaagde ook 'n klèin bietje de stoep vur z'n deur en voldeed zo aan de wet.
Het gevolg was dat de klanten 'n stèpke nor benéjen moesten um binne te komme en de familie twee stèpkes umhog um in de keuken te geraken.
Het café liep prima en het was er altijd een gezellige boel, het restaurant profiteerde van de vele patiënten die bij genezeres Betsie Duffheus moesten wachten tot ze aan de beurt waren en tussen door iets kwamen eten, maar het hotelgedeelte is nooit goed van de grond gekomen. Wel werd er in die tijd woonruimte verhuurd. Zo ook aan Piet en Riek Smits uit Schayk. Zij verhuisde in 1968 naar Hintham Zuid en waren van 1979 tot 1997 mijn buren.
Het café is in de zestiger jaren gesloten waarna Ton van Lier in de vrijgekomen ruimte een winkel in dierenbeno-digdheden begon welke na enkele jaren door zijn zus Annemie is overgenomen.

                                                                                  Smederij in slachterij         

Piet van Lier verzorgde ook noodslachtingen. Zijn zoons Ger en Theo werden daar al op jonge leeftijd bij ingeschakeld. In de oorlog hebben zij zelfs met z'n tweeën, 14 en 13 jaar oud, eigenhandig een noodslachting gedaan.
Iets achter de winkel, grenzend aan de tuin van burgemeester von Heijden, was de slachterij (foto)
. De persoon op de fiets is mijn Ome Jan van Hirtum. Hij verscheen als slager Abraham toen Piet 50 jaar werd.
Half in de vijftiger jaren werden de drie gebroeders Coenraad door een speling van het lot tegelijkertijd opgeroepen voor militaire dienst. Het bedrijf van hun ouders kon zonder de hulp van deze jonge mannen niet draaien en werd tijdelijk gesloten.
(Marinus Pennings huurde de oude slachterij en begon er een smidse in.
In 1956 nam hij de smederij van Jan Schel in de Dorpstraat over.)
Theo Coenraad nam later de slagerij over. Hij werd in de winkel geassisteerd door zijn vrouw Sjaan, zijn moeder Marie en zijn zuster Annemarie. Het totale pand werd in 1991 afgebroken. Op dezelfde plaats werd een appartementecomplex gebouwd met daar onder speelgoedzaak Bart Smit en "de Vershof".
Hierin ook de slagerij die nu word voortgezet door de vierde generatie Coenraad: Ger, een zoon van Theo Coenraad.
De vier generaties Coenraad:
Overgrootvader Marinus Coenraad die omstreeks 1920 het vleesbedrijf op de Hondsberg begon. Vervolgens zijn zoon Grad Coenraad die met Marie de Groot trouwde Daarna diens zoon Theo Coenraad
en nu Ger Coenraad een zoon van Theo.
De 3 broers Coenraad, bijgenaamd "de Coentjes": vlnr: Theo bij de Marine, Ger bij de Landmacht en Tiny bij de Luchtmacht.

                                                                                                   
Een Kijkje op de slagerij van Coenraad kort voor de afbraak in 1991.

                                                                            De aauw pastorie

   
Linkse foto het winterse Pastorielaantje in 1948. Rechtse foto een luchtopname van de aauw pastorie uit 1958. Rechts het pand van Piet en Marie van Lier. Het witte aanbouwtje links was de cafetaria, in het midden ziet U het café en uiterst rechts de slagerij.
  
Voorbij slagerij Piet van Lier-Coenraad de oude Pastorie. Deze lag zoals op de foto's hierboven is te zien een eind van de weg af. Het prachtig Pastorielaantje, dat waarschijnlijk al in 1850 is aangelegd, verbond de woning van de Rusmollese pastoors met de Lambertuskerk. De parochieherders konden in een rechte lijn van huis naar hun w(k)erk.  

               
                                               Het pastorielaantje zoals dat van de pastorie naar de kerk ging.

                                                                         De slag om Bastogne

1925: Van Meeuwengesticht. Het linkse gedeelte was sinds 1873 de R.K.meisjesschool.

Voorbij de pastorie het Liefdadigheidsgesticht welk in opdracht van Mevrouw Theresia van Meeuwen in 1873 is gebouwd. De zusters van Schijndel die in het klooster kwamen verzorgden er zieke dorpsbewoners en het gebouw was tevens bedoeld als verzorgingsthuis voor bejaar-de mannen en vrouwen en wees-kinderen. 
De vrouwen verbleven aan de linkerzijde naast de hoofdingang terwijl de mannen ergens aan de achterkant werden 'gehouden'.
Na de ingebruikneming in 1873 openden de nonnen er een R.K. Meisjesschool als tegen-hanger van de Openbare school aan de overkant van de straat (de latere bewaarschool).
Net na de Tweede Wereldoorlog oorlog was het klooster nog steeds in gebruik als bejaardenhuis. Wij zinne ouw mènnekes gesticht omdat er alleen nog maar mannelijke ouderen woonden zoals o.a.: Kriesje van Galen, Louwke Pol, Driek den Braajer (v. d. Poel) en Sjarel mi de knikker.

         
Ongeveer 1950. De bewoners van het klooster met enkele zusters. Staande vlnr: zuster Amelberga, onbekend, onbekend, Christje van Galen, Jan de Rijk, Jan van Dijk, Sjarel...?, Bert Verhoeven, zuster Jacqueline.
Zittend: Hannes Coppens, Frans Meeuwsen, Louwke Pol, onbekend.

In 1939 werd pal voorbij het klooster een nieuwe meisjesschool gebouwd. Deze kreeg de naam Mariaschool en was in een  schitterende boerderijstijl door architect de Valk ontworpen. Helaas is ook dit gebouw opgeofferd aan de moderne tijd en dus gesloopt.
Het gedeelte van de voormalige meisjesschool bij het klooster stond in Rusmolle bekend als het 'Bondsgebouw' of Bondslokaal. Deze naam dankte het aan de bijeenkomsten van de Bouwvakkers bond die hier werden gehouden en was alleen te bereiken via de speelplaats van deMaria- meisjesschool. Dit gebouw was tevens de uurste en tot nu de de lèste Rusmollese bioscoop. Ik kan me nog enkele films herinneren: De slag om Bastogne, Im weisse Rössel en een  zeer katholieke film over Bernadette van Lourdes. Mijn vader moest als controleur van de gemeentelijke belastingen toezicht houden of iedereen die entréé betaalde ook een entreekáártje kreeg. Per kaartje moest er namelijk 10 cent vermakelijkheidsbelasting aan de gemeente worden betaald. Bij deze controle smokkelde hij ons naar binnen zodat wij voor niks konden kijken en zodoende buiten ons medeweten de belasting ontdoken waarvoor hij moest controleren. Naast films werden er ook toneelstukken van Toneel-vereniging Samenleving opgevoerd. Vanaf 1953 was het ook de thuisbasis van het roemruchte Rusmollese gezelschap:  "Muziek en Cabaretgezelschap Levensvreugd". Een jaarlijks terugkerend evenement dat door veel mensen werd bezocht. Het meest beroemd waren de sketches over het wel en wee van de gemeente. Hierin namen een aantal  nagespeelde gemintewerkers de gemintepolitiek op de korrel. Gretje Verhallen, Bertje de Kees en mijn vader behoorden steevast tot de geïmiteerde. Ook hier waren wij trouwens regelmatig illegaal aanwezig.

(Zie ook pagina Levensvreugd op deze site)
                         Bondsgebouw. Het kleine deurtje l
inks was de
                         toegang tot dit theater.
                                                                                                                     


                                                                                                                   
        
Het klooster zoals het na de bevrijding, waarbij het grote schade opliep, werd opgebouwd. Daarnaast de afbraak in 1988

 
   
 
De Mariaschool in de jaren vijftig en de jaren tachtig. Deze prachtige meisjesschool, voor velen een van de mooiste van Brabant, moest eind tachtiger jaren wijken voor het steunpunt Meeuwenhof.

                                                     Bèkker de Werd

         
1935.
Het café van Ké d'n Hoan (v.d.Hanenberg) en  de bakkerij van Piet van Pinxteren (tweede van links).
Deze twee panden stonden tegenover elkaar als een soort toegangspoort tot de Rusmollese Krommenhoek.
                     
Het laatste pand van de toenmalige Kerkenhoek was de bakkerij van Gret de Werd. Een prachtig pand en gebouwd in 1905. In de twintig en dertiger jaren had Piet van Pinxteren hierin een café, bakkerij en winkel. In 1935 nam Gret de Werd uit Maren deze zaak over. Gret trouwde, ook in 1935, met Anna van Nistelrooij die van het Heeseind kwam. Zij kregen er 8 kinderen.
Het café werd in de oorlog op last van de Duitsers gesloten en is later niet meer heropend. Met de vrijgekome ruimte werden bakkerij en de winkel fors uitgebreid. Gret en Anna hebben de zaak tot 1965 beheerd.  Zoon Albert nam toen het geheel over. In de jaren zeventig stopte Albert met de broodbezorging en veranderde de zaak in broodboetiek de Trog.  Hij was een vakman en werd met het bakken van een speciaal soort tarwebrood zelfs Nederlands Kampioen.
Hun zoon Henk heeft een groot aantal prachtige (foto)boeken over oud Rusmolle uitgebracht. Ook zijn er vele publicaties van hem verschenen in dag en weekbladen over het heden en verleden van ons durpke.
De oude bakkerij heeft de 100 jarige leeftijd niet gehaald en is eind negentiger jaren afgebroken. Nu staat er een  appartementencomplex
 met de typische! Rusmollese naam "Boulangerie-veste".

   

                                                            Foto's van de Krommenhoek gemaakt in 1960.

Tussen de bakkerij van Gret de Werd en het café van Hasje van Dijk door kom je in de Krommenhoek.  Sinds 1950 heet dat hier ook Deken Fritsenstraat. De oudere Rusmollenaren noemen het trouwens altijd nog de Krommenhoek. Zie voor beschrijving hiervan Deken Fritsenstraat Deel 2.

                                                                                             
                                                                                        naar boven