|
Stationsstraat
We beginnen in de Stationsstraat, hoe kan het
ook anders, bij het oude stationneke
uit 1881. In de begintijd stopte er overdag zo ongeveer ieder uur een trein. Op
de eerste verdieping woonde de stationschef. Beneden was er een kleine
wachtkamertje en een ruimte voor de diensdoende overwegwachter en
uiteraard
een
loket voor kaartverkoop. De laatste personentrein stopte hier in 1938. Tot eind vijftiger jaren stopten er nog wel goederentreinen(zie
elders op deze pagina). Vanuit dit station werden de
spoorbomen bij de overwegen van Burg.Wolterstraat
én Tweeberg
neergelaten. De laatste stationschef was Louis Willemen. Louis kwam
oorspronkelijk uit Breda. Hij was getrouwd met Anna Mercks uit Maastricht.
Hun gezin woonde tot begin zestiger jaren in het station. Toen zij
vertrokken raakte het gebouwtje ernstig in verval. Gelukkig kwam
er redding. Het bouwvallige pandje werd gekocht en gerestaureerd door
Leo van der Pas.
De laatste stationschef
Louis Willemen
![](station%201990.jpg)
Het station in de dertiger, zestiger en negentiger
jaren. De stationschef is de Heer Wedemeijer.
Pudding in spuugbakjes
Café
Juliana in de twintiger jaren
In de
Stationsstraat links t.o het station het door Johannes van Creij in 1908
gebouwde café Juliana annex
stationskoffiehuis. In de twintig en
dertiger jaren was zijn zoon Gret 'de Rooie' van Creij hier kastelein. Gret was
getrouwd met Grada Hermens.
Haar broer Toontje en
diens vrouw Marie namen het café in 1927 over. Toon Hermens werd in Rusmolle Tôntje de
Smid genoemd omdat hij naast naast zijn café
ook een smederij annex ijzerwarenwinkel had.
In het café waren de harmonie
en de toneelclub ondergebracht wat veel gezelligheid en
aanloop gaf. De Rusmollese gemeentesecretaris Lambermont kwam daar als lid van de
harmonie en wilde dan wel 's unne jonge klare. Wanneer Marie zijn bestelling
aan tafel opnam riep ze naar haar man achter de bar: ' Tôntjeéh
de sik moet jonge '.
Marie was ook erg vindingrijk. Aan het einde van de oorlog was er een Duitse
Rode Kruis trein bij het station gestrand. Nadat de soldaten met gewonden waren
vertrokken hebben vele Rusmollenaren hun voordeel uit de trein gehaald of zoals
ze tegenwoordig zeggen "proletarisch gewinkeld". Zo kwam Marie Hermens via haar zoon Ad die ook in de trein was geweest in bezit van een aantal emaille spuugbakjes die ze bij de
gewonden onder hun mond hielden als die 'iets' kwijt moesten. Marie vond er een
andere bestemming voor: ze maakte er pudding in.
Marie was ook een goede handelsvrouw. Dat blijkt uit het volgende verhaal
dat haar zoon Ad mij vertelde.
In de oorlog waren er veel noodslachtingen en om dit vlees te conserveren
was veel zout nodig. Maar daar was in Nederland moeilijk aan te komen. De
boeren die in het café kwamen klaagden daar over. Daar had Marie het
volgende op gevonden. Zij liet een Engelse soldaat, die op verlof naar
Antwerpen mocht, beloven dat hij een zak zout mee zou brengen. De man hield
zijn woord en bij terugkomst lag er een grote baal van in zijn jeep.
Waarschijnlijk had hij die in de haven van Antwerpen georganiseerd. Marie
verkocht het zout per kilo aan de boeren, zodat ze er velen mee kon helpen.
In 1942 werd Jan Wijns uit
Gemert benoemd tot nieuwe postkantoorhouder in Rusmolle. Hij moest zelf voor
woning en kantoor zorgen en kwam terecht in het rechter gedeelte van café
Juliana. Het was wel wat krap maar hij begon voortvarend aan zijn nieuwe baan.
Vanwege de oorlog was het moeilijk om aan goede bouwmaterialen te komen. Has van
Pietjes (van Schijndel) zou een postbus voor buiten maken en gebruikte hiervoor doodskistenhout.
In de eerste maanden, toen Jan en Riet Wijns nog niet getrouwd waren, woonde Jan
op z'n eentje in een kamertje boven het kantoor. Na hun huwelijk gingen ze in de
Weidestraat wonen naast de Sparwinkel van Kappen. Het postkantoor bleef tot 1951
naast het café gevestigd. Toen
verhuisde Jan en Rietje, met postkantoor, naar een elders in de
Stationsstraat.
Begin zestiger jaren hielden
Toon en Marie Hermens er mee op en verhuisde met dochters Lies en Gera en
zoon Ad (de auteur van enkele Rusmollense oorlogsboeken) naar de Dorpsstraat.
Zij kwamen in het huis waarin vanaf 1945 het
gezin van Nico en Fien Pennings hadden gewoonde. In dit pand, dat in 1905
werd gebouwd door Toontjes vader, was ook ooit het Rusmollese postkantoor geweest nl. van 1912 tot
1921. De postkantoorhouder toen was zijn oom Antoon Hermens.
Café Juliana kreeg een
nieuwe kastelein: Piet Steenbekkers. Piet kwam van d'n ouwe dijk tussen 't Wild en Maren.
Hij was een broer van Fien, de vrouw van Jan van den Berg de kolenboer en van Marie,
de
vrouw Pietje van Creij van de Sparwinkel in 't durp. Piet was blind en al
snel werd de zaak "'t café van d'n blinde Piet" genoemd. Bij d'n blinde Piet was het
zondagsavonds om de twee weken dansen mét "live muziek", wat wij op
z'n Rusmolles danse mi un bèndje noemde. Met een aantal
jongeren hadden we een clubje en gingen altijd gezamenlijk dansen en sjansen. Het clubje bestond o.a. uit:
Annie Vorstenbosch, Sjaantje en Annie van Liempt, Toos
en Jaqueline Schippers,
onze Toon, onze Piet en onze Johan, Henny van den Wassenberg, Adri Venrooy en dan zal ik
er nog wel een aantal vergeten. De dansavonden begonnen om half 8 en stopte om
half twaalf. De meeste meisjes moesten om half elf thuis zijn wat tot gevolgd
had dat er na half elf ook een aantal jongens weg waren, die soms later nog even terug kwamen om, afhankelijk van het resultaat, wat af te koelen en hun hormonen
tot rust te brengen. Er zijn diverse
stellen voor het leven uit voort gekomen. Handboogschutterij DVS vertrok half
jaren zestig uit het café van Martien van Helvoirt en vestigde zich in Cafe Juliana.
Café Juliana in 1955 . vlnr: dochter Lies,
vader Toontje, moeder Marie, dochter Gera.
Fiets met kaarsverlichting
Voorbij café Juliana stond een
twee onder een kap. In het eerste huis,
naast cafe Juliana, woonde weduwe Koster met 2 zonen. Op de bovenverdieping
woonde daar vanaf 1944 Harry Marijnen en Bep Marijnen Peynenburg. Later bewoonde
zij het gehele huis. Na de familie Marijnen-Pijenburg, (zij verhuisden naar
Hintham nr 5) betrok commies de Laat met zijn gezin deze woning. Hij werkte bij
de douane.
In het tweede
huis woonde
in de oorlog de familie Roeffen en in de vijftiger jaren het gezin van Dinther.
Vader van Dinther was kleermaker bij de V en D en had aan huis in de avonduren een eigen
kleermakerij. Hij maakte in 1955 o.a. de nieuwe kostuums voor het in 1953
heropgerichte gilde St.Catharina-St.Joris.
In het volgende huis was de smederij/constructiewerkplaats van Theo Sanders.
Tevens verkocht hij daar landbouwmachines en motoren. Theo was getrouwd was met Marie
Uyen en zij hadden 1 dochter en 1 zoon. De dochter emigreerde in 1952 naar
Canada. Theo Sanders kwam uit Hurwenen waar hij een klein dorps smederijtje had,
maar geen
uitbreidingsmogelijkheden. Daarom kocht hij dit pand in Rusmolle waar hij
zijn bedrijf wel uit kon bouwen. Voorheen zat hier wasserij van den Nieuwendijk
die in de Stationsstraat geen groeimogelijkheid had en naar de
toenmalige Molenhoek, nu Heer en Beekstraat vertrok .
Half in de vijftiger jaren nam Rijkers Staal en Construktiebouw het bedrijf over die op hun beurt hun
zaak in 1960 verkochten
aan de broers Wim en Albert Aarts. Als laatste, na Aarts, zat daar Nolte
Staalconstructies.
Voorbij de smid kwam een groot dubbel
woonhuis waar Linnenbank Ectro-technisch
installatiebedrijf. Eigenaar
Bèr Linnenbank
was getrouwd met
G rada Velthuizen
uit Den Bosch. Hij kwam
oorspronkelijk uit Zaltbommel. In Rusmolle stond hij bekend als een ontwikkeld iemand want
hij had in Utrecht gestudeerd. Dat telde in die tijd. Vanaf 1930 repareerde hij
fietsen in een huis op de hoek van de Dorpsstraat-Schoolstraat, net voor de
St.Joseph school. Toen begin dertiger
jaren Rusmolle op het grote electriciteitsnet werd aan gesloten stortte Bèr
Linnenbanks zich onmiddelijk in de nieuwe markt en verruilde zijn fietsen vur d'n elektriek. In 1940 verhuisde zijn
inmiddels aardig uitgebreid bedrijf naar de Stationsstraat. Harrieke Vos, die in de Dorpsstraat woonde waar later Jo Coppens zijn cafetaria
had, was de eerste medewerker van de firma en is er tot aan zijn pensioen 50
jaar later gebleven. Bèr Linnenbank had van 1940 tot 1953
het beheer over de gehele straatverlichting van
ons durp.
Paardenmoppen
Naast Linnenbank woonde dokter Hanri Johan Benjamin Hanegraaff van de Colff die
gehuwd was met Anna Celis. Hun huwelijk bleef kinderloos. Hij was van 1916 tot
1951 de enige huisarts van het dorp Rusmolle. In de begintijd bezocht deze
adelijke dokter zijn patiënten per fiets met daarop voor de donkere uren
kaarsverlichting. Van 1930 tot 1942 was mijn moeder Truus de Laat zijn
assisterende vroedvrouw. Ingeval Hanegraaff het bericht kreeg dat een bevalling
aanstaande was werd mijn moeder gewaarschuwd en moest zij alvast vooruit om d e
bevalling voor te bereiden en de aanstaande moeder bij te staan tot de dokter
zelf kwam.
Mevrouw Hanegraaff-Celis was
een pietje precies en hield erg van orde en netheid in de straat. Huub
Linnenbank, de jongste zoon van buurman Bèr Linnenbank, kan daar over
meepraten. In de Spoorstraat naast het stationneke was een losplaats voor
goederentreinen. Daar kwamen vele vervoerders met paard en kar, om de goederen
af te halen. Omdat deze straat maar een klein zandpèdje
was lag de aan- en afvoerroute door de Stationsstraat. Met alle gevolgen van
dien. Veel paarden betekende veel
paardenmoppen. Huub liep er soms mee te voetballen. Toen ze zich weer
eens aan dit volgens haar onsmakelijke gedoe ergerde pakte ze een bezem en dwong Huub de hele Stationsstraat
strontvrij te maken.
In 1951 is dr. Hanegraaff na een zware ziekte overleden en begraven in
Rosmalen bij de Lambertuskeerk, waar zijn monumentaal graf nog steeds te zien
is. Wanneer zijn vrouw is overleden is mij niet bekend. Zij is in ieder geval na
haar man overleden.
Dr. Hanegraaff
De lange na de korte
Toen dr. Hanegraaff
in 1951 ernstig ziek werd kreeg dr. Kees Kuenen het verzoek om hem te
vervangen.
Eigenlijk was het de bedoeling dat hij in Oss een eigen praktijk zou openen maar
hij voldeed aan het verzoek en ging naar Rosmalen. Omdat Hanegraaff in het
doktershuis woonde begon Kuenen zijn praktijk in een houten keetje in een
weiland op de hoek van de Stationsstraat
met de Weidestraat (waar nu het kantoor van De Kleine Meijerij staat.) Aannemer Jan Plas,
de eigenaar van dat stukje gras, had deze keet als noodvoorziening voor de
dokter neergezet.
In tegenstelling tot zijn voorganger dr. Hanegraaff, die zijn patienten per
fiets met kaarsverlichting thuis bezocht, deed Kuenen in zijn begintijd de
thuisvisites per Solex.
(Je ziet dat de tijd ook het vervoer moderniseerde).
Kees Kuenen was getrouwd
met Margaretha (Greet) de Bakker. Truus Neet
werkte jarenlang als huishoudster van het gezin en fungeerde soms ook assistente
van de dokter.
Op 18 augustus 1959, tijdens een verblijf in Marseille,
raakte ze met hun auto betrokken bij een zwaar verkeers ongeval waarbij Mw. Kuenen om het leven
kwam. Dr. Kuenen, die zelf achter het stuur zat, raakte zwaar gewond.
Vier dagen later werd zij begraven op het kerkhof bij de Lambertuskerk in
Rosmalen. Twee jaar later leerde hij in Den Bosch Mw. Rita Schoonderwalt kennen.
Zij huwden in oktober 1962. In 1965 vertrok dr.Kuenen met een grootse
afscheidsreceptie in "de Kentering" waarbij zijn overbuurman Jan Wijns hem
namens zijn patiënten een complete 8 mm. filmset aanbood. Hiervoor was 1200,- gulden bij elkaar gebracht.
Na het afscheid verhuisde de familie Kuenen naar Oisterwijk.
Zijn opvolger, Van der Meer, was een man met een respectabele lengte. Dit in tegenstelling met
zijn voorganger die daarmee vergeleken mar 'n klèijn mènneke was. Van de Meer nam de
patiënten
én het huis van Kuenen over en was zo de derde Rusmollese huisarts die vanaf hier hier zijn praktijk uitoefende.
![](stationstraat-2.jpg)
Twee prachtige foto's van de
Stationsstraat uit de vijftiger jaren: De linker foto vanaf het station is gemaakt.
De foto rechts is genomen vanaf de Dorpsstraat. In het eerste huis rechts de
bakkerij van Kees van Rosmalen.
Nol Meties
Dan kwam als laatste pand van die zijde
van de Stationsstraat straat een groot huizenblok van vier woningen. In het eerste
de winkel van wèrreme bèkker Kees van Rosmalen
die getrouwd was met Wies van Rooy uit Orthen. Zij hadden drie zonen, Kees Wim en Tiny en een dochter Wies. Naast hun
woonde Jan en Anny van Bijnen-van de Vliert
met hun zonen Ruud en Ton. Jan werkte aan het spoor. Daarnaast woonde Bert Heijmans, als beroemd
voetballer van OJC alom bekend als de Taaie Bèrt.
In het vierde en laatste huis zat Nol Meties (Savelkouls) de fameuze groentenboer die
in heel Rusmolle met paard en kar groente en fruit uitventte. De bijnaam Meties
komt van een van zijn voorvaderen. Zo'n vijf generaties geleden verhuisde vanuit
Blerick in Limburg ene Mathijs Savelkouls naar Rosmalen. Hij had de
bijnaam Meties, wat een Limburgse verbastering was van zijn voornaam Mathijs.
Daarom werden al zijn nazaten in Rusmolle ook Meties genoemd. Nog tot in de avonduren kon je bij
hem achterom in zijn schuur terecht om groenten te kopen. Zijn ouderlijk
huis stond op de hoek van
de Raadhuisstraat met de Venstraat. Zijn vader teelde achter zijn huis
groenten die hij vanuit zijn schuur verkocht. Nol ventte al in zijn jonge jaren met groenten langs de deuren van Rusmolle.
Voorbij de woonblok,
op de hoek met de Weidestraat, lag een braakliggend stukje grond waar later de
woonkeet van dokter Kuenen stond zoals eerder op deze pagina vermeld. De jeugd
uit de Stationsstraat speelde hier vaak. Er was een fietscrossbaantje aangelegd
waar wedstrijdjes werden gehouden. Nol Meties stelde hiervoor de prijzen
beschikbaar. Eerste prijs afwisselend een banaan appel of peer!
![](nol-meties.jpg)
De groentekar van Nol Meties op de oude
dijk Bruggen voor het winkeltje van van Pinksteren vlnr:
Dien Pas, Kaat Prop(Vos), Pietje Pas, Dina Vos(dochter van Kaat Prop), Mèntje
Pas, de Gruune Sera en in het leer Nol Meties himself.
![](ceelen%20en%20de%20bok.jpg)
Jo
Ceelen(90) met echtgenote Maria Klumkes Jo Ceelen met zijn opvolger
Jan de Bok (links)
We gaan vanaf de Dorpsstraat weer de Stationsstraat in voor
de linkerstraatkant
![](hoogoord.jpg)
Villa Hoogoord in
de naoorlogse jaren bewoond door hoofd van de St.Joseph jongensschool Jo
Ceelen
'N nèij postkantoor
Op de linkse
hoek, Stationsstraat-Dorpsstraat staat villa Hoogoord. De villa is gebouwd in
1880 als ambtswoning van burgemeester Nieuwenhuijzen die er op 27 februari 1905 zijn
25 jarig ambtsjubileum vierde. In 1911 vertrok Nieuwenhuizen en verkocht het
huis aan weduwe Van der Meer uit Anjum in Friesland. Haar man had daar een
uitgeverij. De weduwe woonde met haar dochter Annie tot 1938 in Hoogoord.
Toen kwam de villa in bezit van Jo Ceelen en zijn vrouw Maria
Klumkes. Jo was
hoofdonderwijzer van de St.Joseph jongensschool. Het echtpaar Ceelen was
kinderloos. Bij hun groeide Greetje Klumpkes op, een nichtje van Mevr. Ceelen.
In de tuin van de villa langs de Dorpsstraat werd door Ceelen in 1962 een nieuw
huis gebouwd. De villa verkocht hij aan Kobus Verstappen. Die woont er inmiddels
46 jaar en heeft de villa te koop staan.
Het volgende huis richting station werd in 1932 gebouwd door Jan van de
Pas, eigenaar van een schildersbedrijf in Den Bosch. Hier woonde in de veertiger jaren
de familie Brok. Brok was vertegenwoordiger in snoep. In 1950 vertrok deze
familie naar elders en
het huis kwam leeg te staan. Jan Wijns
die nog steeds met zijn te kleine
postkantoor aan de overkant naast café Juliana zat had wel kijk op dit huis. Veel meer
werk- en woonruimte én
zijn gezin en werk bij elkaar. Maar er waren
nog al wat gegadigden.
Ondanks veel weerstand in de gemeenteraad
om hem het huis te gunnen (de hele
raad was tegen) maakte vooral burgemeester von Heijden zich
sterk voor het idee van Wijns. Hij vond dat het snel gro eiende Rusmolle recht had op een groter en moderner postkantoor. Uiteindelijk kreeg de burgervader zijn zin en Jan het huis. De garage werd omgebouwd
tot postkantoor en in 1951 kon Jan Wijns trots zijn nieuwe kantoor openen. Het postkantoor bleef er tot 1972
en waarna het
verhuisde naar de nieuwbouw in de Raaadhuisstraat.
1950:postkantoor - woonhuis
Jan Wijns
De blok van vijf
Voorbij Wijns stond een huizenblok
van vijf woningen. Dit blok werd begin
dertiger jaren door Jan van der Plas gebouwd. In het eerste naast het postkantoor
woonde Jèntje van Hoof. Hij was boekhouder
bij aannemer Jan van der Plas. Daarnaast, waar nu Harry en Truus Coppens-Kappen
wonen zat toen de familie Hagendoorn. In het derde huis van de blok woonde
Kees Melis. Hij was huisschilder van beroep. Dan in het vierde huis woonde
de familie Brok. Vader was politieman in Rosmalen. In Rusmolle werd
hij d'n Brok genoemd.
Naast d'n Brok, in het laatste huis
van de Stationsstraat, woonde Gerritje Janssen. Die had daar een stucadoorsbedrijf.
![](buurtclub-dorps-stat-weide.jpg)
Een buurt- kaart- en
reisclubje uit de vijftiger jaren van de Stationsstraat en omgeving. Staande
vlnr: Vrouw van Chrisje van Hoek - Miep vrouw van Toon Verstegen - Neeltje van
den Nieuwendijk - Chris van Hoek - Karel de Veer - Jo Ceelen - Vrouw van Gret Creij
- Bèr Linnenbank - Toon Verstegen - Vrouw van Jo Ceelen - Gret (rooie) Creij -
Marie de Veer. Zittend:Vrouw van Gerritje Janssen - Gerritje
Janssen - Adriaan van den Nieuwendijk met op knie medewerkster van het restaurant - met
zwart vest vrouw van Bèr Linnenbank.
![](../dorpzuid1/gastenboek1.gif)
naar boven
|
|